Adventskrans met appel en kaneel
Een adventskrans moet niet altijd groen zijn…
Soms geraak ik wel aan appelen die niet zo mooi uitzien. Een grote supermarktketen in België wiens naam met “D” begint verkoopt zij als “gekke appelen”, maar ik heb ook buren en vrienden die appelbomen in hun tuin hebben en meer appels oogsten dan dat zij eten kunnen. Lekker, gezond en biologisch. En prima voor dit recept!
Het recept is uit het boek “Hoe bak ik zuudesembrood” van Emmanuel Hanjiandreou, maar ik heb het voor de adventstijd iets fruitiger en kaneliger gemaakt.
Gedroogde appels
4 appels
Hoofddeeg:
gedroogde appels
450g tarwebloem (of 425g emmerbloem)
8g zout
2 teelepel kaneel
1 eetlepel tarwedesem
1 handvol rozijnen
1 geraspte appel (of 100ml appelsap)
300ml warm water (35°C)
Voor de gedroogde appelen 4 appels van klokhuis bevrijden en ik schijfjes van 2 mm dikte snijden. Op een met bakpapier uitgelegd pakplaat leggen en 30 minuten bij 130°C laten drogen. Omdraaien en nog eens 30 - 60 minuten van de andere kant laten drogen tot dat het grote deel van hun vocht verdampt is en de appels leerachtig zijn (maar niet krokant)
Ingedienten hoofddeeg voorzichtig met de hand mengen tot een egaal, gladde massa. Afgedekt 120 minuten laten rusten. Om de 30 minuten rabat.
Zet de kom op een koel plaats (kelder, garage) en laat 8 - 12 uur rusten.
Stort op de volgende dag het deeg op een bebloemde werkplaat, bestuif licht met bloem en maak in het midden van de bol een gat. Zet in een rijsmand, bestuif nog eens met bloem en zet een glas in het gat om het gat open te houden.
Laat 6 - 10 uur rusten tot dat het brood aan volume verdubbeld is (bij emmer eerder 10 uren, bij tarwe eerder 6 uren).
Zet de deeg dan in de koelkast om op te stijven, terwijl je de oven op 230°C met een pizzasteen (of omgedraaid bakplaat) voorverwarmt.
Verwijder het glas. Schiet het deeg met een ovenschieter in de oven, maak met een scherp mes inkervingen en bak onder stoom 30-40 minuten af. Laat afkoelen op een rooster.
Kaneel, rozijnen, appels… hoe veel advent kan er in één brood toch zijn!
